Het land van legendes en mythes / The land of myth - Reisverslag uit Kathmandu, Nepal van teun Hollander - WaarBenJij.nu Het land van legendes en mythes / The land of myth - Reisverslag uit Kathmandu, Nepal van teun Hollander - WaarBenJij.nu

Het land van legendes en mythes / The land of myth

Door: Teun den Hollander

Blijf op de hoogte en volg teun

29 April 2019 | Nepal, Kathmandu

Het land van mythes en legendes

Ik heb het (nog) niet over de Yeti want die heb ik nog niet opgespoord hier, maar Nepal is toch een land van fabelachtige proporties. Zo’n 8 van de 10 hoogtes bergtoppen in de wereld bevinden zich in Nepal en het beeld wat ik ervan heb is dus ook vooral van panoramische uitzichten van het Himalaya gebergte met kleine sjerpa’s met gebogen ruggen die veel te grote tassen dragen en desondanks harder de berg oprennen dan de vaardigste bergbeklimmer kan. Om het af te maken wordt het land verder gehuld in de mystieke nevelen van het boeddhisme en het hindoeïsme. Maar eens kijken of de realiteit en mijn bijzondere verwachtingen kan voldoen.

Een stoffig Kathmandu

Met 1 miljoen inwoners heeft mijn eerste stop Kathmandu ongeveer de omvang van Amsterdam. Het heeft niet meteen het idyllische uiterlijk wat ik hierboven beschreven heb, maar voor een grote stad is dat ook niet te verwachten. Dankzij de onafgemaakte straten en de grote hopen stof heeft de stad wel de bijnaam Kathmandust (of Dusthmandu) verdiend. Hoe de mensen hier ook vegen er blijft overal stof liggen en wat ook verandert in modderpoelen tijdens de periodieke regenbuien in de paar dagen dat ik er ben geweest. Wel is Kathmandu een aantal mooie tempels en spirituele plekken rijk. Na een dagje de stad zelf verkend te hebben heb ik voor de dag erop een tempel tour geboekt waar ik zelfs na 5 maanden Azië nog wel voldoende zin in heb. De combinatie van Boeddhistische en Hindoeïstische tempels hier is mooi om te zien. In de toeristenbus waarin ik als enige westerling zat werd ik vooral gezelschap gehouden door Indische toeristen. Ik ben zowaar ‘geadopteerd’ door een gezin wat met beide grootouders, moeders en een kleinzoon voor 5 dagen naar Nepal was gekomen. Nadat opa het eerste contact had gelegd, vond vooral de 13 jarige kleinzoon het interessant om zijn Engels met mij te oefenen en de meest uiteenlopende vragen aan mij te stellen zoals of we in Nederland problemen met bendes hebben, hoe koeienvlees smaakt en hoeveel geld ik verdien. Als we over straat liepen dan hield hij ineens mijn hand vast waardoor ik plotseling het gevoel kreeg dat ik de verantwoordelijkheid kreeg om deze 13 jarige jongen veilig door Kathmandu te loodsen. Moeders vond het leuk dat haar zoon een vriend had weten te maken en opa kwam mij regelmatig allerlei informatie vertellen zoals dat de tempel die we bekeken van goud was en na het kundig bestuderen van de bordjes dat ik geen foto’s mocht maken. Samen met de familie bekeken we een hindoeïstische tempel waar in alle openheid een crematieritueel plaats vond met een overledene die in een stof gewikkeld werd en vervolgens drijvend op de rivier in brand gezet werd. Tenminste dat vermoed ik want ik het niet de hele ceremonie kunnen zien. We eindigden onze dag op een beroemd plein in Kathmandu waar ze nog druk bezig zijn met de herstelwerkzaamheden van de ingestorte pagodes na de aardbevind van 2015.



De Nepalese eenhoorn

Na afscheid genomen te hebben van mijn nieuwe familie heb ik Kathmandu verlaten voor Chitwan. Onderweg kwam ik door de geboorteplaats van Siddhārtha Gautama de orginele Boeddha, maar ik kwam hier voor de legende van de eenhoorn. Dit beest bekend uit sprookjes blijkt hier echt te bestaan. Toegegeven het ziet er niet zo perfect uit als in de fabeltjes wordt beschreven. Geen mooi slank paard met een perfect spiralende hoorn, maar meer naar het evenbeeld van een Belgische knol met overgewicht die de hoop op een slank lichaam heeft opgegeven en besloten heeft dat ook een paar grote billen mooi zijn. Dit even schattige als gevaarlijk dikkertje kennen wij beter als de neushoorn. En in tegenstelling tot de Afrikaanse variant heeft de Nepalese neushoorn slechts een hoorn. Chitwan national park is een combinatie van jungle, graslanden en rivieren en telt 952 vierkante kilometers waar zo’n 600 neushoorns leven. De kans dat je ze hier ziet is dus aardig groot. Er is hier een enorme grote verscheidenheid aan flora en fauna. Je vindt hier olifanten, tijgers, 2 soorten krokodillen, bizons, 2 apensoorten, reigers, ooievaars, herten, wilde zwijnen, beren en dus de neushoorn. Tijdens mijn eerste echte dag in dit park heb ik een wandeling gedaan met 2 gidsen. Dit is verplicht vanwege de vele gevaarlijke dieren die hier rondlopen. Na een kort boottochtje waarbij we 2 krokodilsoorten hebben gezien (waaronder de extreem bedreigde Gaviaal krokodil) kreeg ik naast de enorme voetafdruk van de neushoorn eerst veiligheidsinstructies. Wat te doen wanneer we een neushoorn, tijger, bizon, olifant of beer tegen komen, de toon is dus meteen gezet. Ik denk dat we een klein half uur later oog in oog staan met onze eerste witte neushoorn. We zagen deze grazen op een meter of 30 afstand grazen in de jungle. Meteen werd me een boom aangewezen om in te klimmen mocht hij besloten op ons af te stormen. Nadat hij ons een minuut of 2 bedachtzaam aan keek besloot hij ons verder te negeren en konden we hem rustiger verder observeren. Eventjes verderop zagen we nog 2 neushoorns een bad nemen en in totaal hebben we er die ochtend zelfs 7 gezien. Kort daarna het helemaal spannend te worden toen we tijdens de wandeling de brul van een tijger hoorde in het struikgewas op misschien 50 meter. We konden ons maar beter snel uit de voeten maken zei de gids. Met mijn camera in de aanslag maakte mijn lichaam zich klaar om kei en kei hard weg te rennen. Wat overigens niet zo slim is bij een tijger want dat lokt juist het jagers instinct uit en is dus misschien wel het stomste wat je kunt doen. Maar gelukkig/jammer genoeg bleek het een vooropgezet een-tweetje met een andere gids die het geluid van de tijger ontzettend goed kon nabootsen, ik kon weer opgelucht ademhalen dus. Toch wel even een minuutje van spanning en opwinding.

Mijn tweede dag in Chitwan was de minste. Ik ben namelijk olifanten gaan wassen en naar een trainingscentrum voor deze dieren geweest. Klinkt toch goed hoor ik je denken? Nou dat dacht ik ook. Totdat ik zag hoe de dieren behandeld werden. Toeristen klimmen op de rug van de olifant voor een leuke foto terwijl de eigenaar ernaast staat aan het oor van het dier te trekken, hem te slaan met een stok en er tegen aan het schreeuwen is. Ik werd er dus een beetje ongemakkelijk van en heb nog wel even naast de olifant gestaan, maar ik ben er niet opgeklommen en snel weer gegaan. Wel had ik besloten om nog een extra dag het park in te gaan. Met dezelfde twee gidsen heb ik dit keer een hele dag wandelsafari door het park gedaan. Mijn stiekeme hoop was om (het liefst op gepaste afstand) toch nog een tijger, beer, wilde olifant of kudde bizons te zien. We waren nog niet begonnen of kregen al te horen dat er nog geen 5 minuten eerder een beer gesignaleerd was op ons pad. Wij hebben echter niks meer gezien. De hele dag door wel sporen tegen gekomen zoals olifantenpoep, pootafdrukken van tijgers en zelfs een baby zwijntje wat door een tijger gedood was. Je hebt hierdoor wel continue het gevoel zomaar ineens oog in oog met een van de indrukwekkende dieren hier te komen staan. Ik denk dat er ook maar weinig parken in de wereld zijn waar de kans zo groot is als hier dat het daadwerkelijk gebeurt. Het spannendste wat wij meemaakten was een neushoorn die vrij plotseling ons pad kruiste op een meter of 25. Er waren geen bomen om in te klimmen of ons in te verschuilen dus we moesten maar hopen dat we niet als bedreiging gezien werden. Na een minuutje besloot de neushoorn dat ook daadwerkelijk en was hij even plotseling verdwenen als hij gekomen was. Tevreden kon ik weer terug en me opmaken voor Pokhara de toegangspoort tot de Hymalia



De Dalbhat pelgrimstocht:

Ik moest eerst besluiten welke trek door de bergen ik wilde maken en na mijn recente hike ervaring leek het me verstandig om iets minder ambitieus te beginnen dan het beklimmen van de Mt. Everest. In plaats daarvan leek de Poonhill trek de ideale kandidaat. De tocht wordt omschreven als makkelijk, met mooie panoramische uitzichten en duurt 5 dagen wat precies genoeg tijd laat voor mij om op tijd terug in Kathmandu te zijn voor mijn meditatiecursus. In eerste instantie zou ik alleen met een gids gaan, maar bij de start van de trek kwamen we 2 Engelse meiden hun gids en porter (zo’n ongelofelijke held ie je spullen draagt) tegen die dezelfde route gingen dus hebben we de trek samen gedaan. Eenmaal begonnen kwam ik erachter dat ‘makkelijk’ een relatief begrip is in Nepal, daar niemand op of om kijkt wanneer je hier besluit om 25 dagen door de bergen te gaan wandelen met bergpassen van 5000 meter. De lat ligt hier dus wel letterlijk erg hoog. De tocht was het na een makkelijk begin bijna 2 ½ dag omhoog, omhoog een beetje omlaag en dan weer omhoog. Vlakke stukken zaten er nauwelijks tussen en zoals het gezegde luidt zat het venijn hem steeds in de staart want we eindigde steeds met een beklimming. De eerste dag eindigde met een trap van ongeveer 3000 treden. Nadat we ook de tweede dag door groene valleien en gelaagde rijstvelden hadden. gelopen stonden we op dag 3 onmogelijk vroeg op om Poonhill te beklimmen naar en hoogte van 3200 meter, dit was ook het hoogste punt van de trek de bereiken. Tijdens het klimmen was ik eigenlijk continue buiten adem, maar eenmaal boven aangekomen herstel je vrijwel onmiddellijk. We hadden een kraakheldere ochtend wat vrij zeldzaam is voor deze tijd van het jaar en het uitzicht op de meer dan 7000 meter hoge toppen was pas écht adembenemend. Dit was al het zwoegen meer dan waard! Daarna weer naar beneden naar het hostel toe voor een ontbijtje met een eveneens spectaculair uitzicht. Eigenlijk zagen we nu pas hoeveel de mist de vorige dag had verhuld van de besneeuwde bergtoppen hier.

Na het ontbijt maakten we ons op voor opnieuw een beklimming naar 3200 meter om onze weg te vervolgen. Hoewel pittig is dit fysiek best te doen, maar vooral mentaal gebeurt er iets bijzonders omdat mijn brein steeds blijft zeggen hoe zwaar het is en te hopen dat iedere volgende trede de laatste is waardoor je gedachtes het alleen maar zwaarder maken. Dit vond ik vooral opvallend omdat in alle boeken die ik de afgelopen tijd gelezen heb steeds wordt aangegeven dat ons denken een instrument is wat op hol geslagen is en een eindeloze stroom van gedachtes produceert die vaak noch waar noch helpend zijn. Daarmee schiet het zijn functionaliteit ver voorbij. Dit was dus precies wat ik ervaren heb tijdens deze trek. Een belangrijk onderdeel van de meditatiecursus die ik ga volgen is dan ook om te leren je gedachtestroom te kalmeren zodat je het weer als een functioneel instrument kunt gebruiken in plaats van dat het maar op hol blijft slaan. Ik ben benieuwd of en hoe dat gaat lukken straks.

De laatste 2 ½ dag was vrij makkelijk want dat was weer vooral afdalen. Ook waren de dagen die we maakten niet bijzonder lang met ongeveer 4 á 5 uur wandelen per dag. Buiten een boek had ik verder geen vermaak meegenomen dus vermaakten we ons met het bedenken van quizvragen over zinnige en onzinnige feitjes (waar mijn hoofd barstensvol mee zit) en discussiëren of dat het liedje: ‘In the jungle, the mighty jungle’ in de lion king zit. Unaniem waren we het er overeens dat Dal Bhat DE beste maaltijd is die je hier kan krijgen, o.a. omdat je hier een gratis refill bij krijgt. Dus hebben we besloten om onze tocht de Dal Bhat pelgrimstocht te noemen. Hoewel ik de eerste paar dagen vooral gedacht heb dat 5 dagen wandelen door de bergen meer dan genoeg was voor mij, moest ik na 5 dagen toch wel concluderen dat ik een beetje verliefd ben geworden op dit gebied en nog zeker een verlangen koester om weer terug te komen. Zowel de bergtoppen als het gezelschap maakten dit zeker tot een van de hoogtepunten van mijn reis. De volgende dag heb ik mijn (bescheiden) angst voor hoogtes nog onder ogen gezien tijdens 30 minuten paragliden om nog wat meer mooie uitzichten op de ruige bergtoppen te krijgen. Tot zover voldoet Nepal dus aardig aan de verwachtingen die ik in het begin beschreven heb en dat terwijl ik nog maar een glimp gezien heb van wat het land te bieden heeft. Nu op naar de meditatiecursus

Bedankt voor het lezen!

The land of Myths and legends

I’m not talking about the yeti here, since I haven’t spotted it (yet), but Nepal is a land of fairy-tale like proportions. 8 of the 10 highest peaks in the world are situated in Nepal and so the image I have of the country is mostly of panoramic views of the Himalaya mountains with small Sherpa’s with bended backs running up mountains carrying bags on their back that are way to big, but despite that run up the mountain faster than even the most proficient mountain climber can. To finish it of the country is clouded in the mist of Buddhism and Hinduism. Let’s see if reality holds up to my special expectations of this country

Kathmandust

With about 1 million inhabitants Kathmandu is about the size of Amsterdam. It doesn’t quite have the idyllic look that I described above but this cannot be expected from a big city. The city owes it’s nickname of Kathmandust (or Dusthmandu) to the unfinished streets and the giant piles of dust everywhere. No matter how the locals sweep their doorsteps there is dust everywhere and frequently turns in to mud pools when it rains. Kathmandu does have a number of temples and spiritual places worth visiting. So after exploring on my own for a day I booked a temple tour through the city. Even after 5 months of Asia I still wasn’t templed-out . The combination of Buddhist and Hindu temples is beautiful to see. In a tourist bus, where I was the only westerner I was accompanied by mostly Indian people. I have even been ‘adopted’ by an Indian family with both grand parents there, a mother and her 13-year old son. After Granddad had made first contact with me it was mostly the 13-year old son who engaged in conversation with me to practice his English and find out everything he can about me asking questions like: ‘do we have gang problems in the Netherlands? What does beef taste like? And how much money I make. As we were walking along the street he suddenly held my hand giving me the feeling I had somehow been given the responsibility to guide this boy safe through Kathmandu. The mother enjoyed seeing that her son made a friend and granddad came up to tell me information on a regular basis like, the temple we were watching was made of gold and after carefully studying the signs that I was not allowed to take any pictures. Together with the family we saw cremation ritual take place right out in the open here. With a deceased being wrapped in cloth and then being set afloat the river to be burned. At least that’s what I assume because I didn’t get to see the whole ritual. Our day ended on a famous square in Kathmandu where renovation work is still being done after the disastrous 2015 earthquake that hit Nepal and collapsed the pagoda’s



.

The Nepali Unicorn:

After saying goodbye to my new family I also said goodbye to Kathmandu in search for the Nepali unicorn in Chitwan. Along the way I came through the birthplace of the legendary Siddhārtha Gautama the original Buddha. But I came here for the legend of the unicorn. A creature that apparently exists outside of fairy-tales as well and lives right here in Nepal. Admittedly it doesn’t look much like it’s description in the stories. Not a beautiful slim horns with a perfect spiralling horn, but more closely resembling a fat Belgian draft horse, that has lost all hope of losing weight and has decided that a big butt is beautiful too. We know this equally cute as dangerous fatty as the rhino, which in contrast to it’s African counterpart has only 1 horn. Chitwan national park where about 600 of these rhinos can be found is a combination of grassland, jungle, rivers and spreads over 952km2. The chance of spotting them if pretty big. Also there is a huge diversity in flora and fauna here. Besides the rhinos , elephants, tigers, bisons, bears, 2 types of monkeys, egrets, 2 types of crocodiles ( among them the critically endangered gharial), wild boars, storks and deer roam the park. During my first day I did half a day walking safari with two guides, which is compulsory because of the danger of walking in the park. After a short boatride during which we saw both types of crocodile I got safety instructions for the park next to the giant footstep of a rhino. What to do when you come eye to eye with a rhino, tiger, bear, elephant or a herd of bisons. This gives an impression of how risky just walking around here can be. I think it didn’t take us half an hour to spot a first rhino about 30 meters away. Immediately I got instructed to climb a certain tree if it should decide to charge us. But after gazing at us for about 2 minutes it just went about it’s business. A short while after we spotted another 2 rhinos taking a bath in a waterhole and in total we saw 7 rhinos during the morning. Things got really tense for a moment when we heard a tiger roar not 50 meters away from our position. Our guide told me that we should make haste and get out of here. With my camera ready my body prepared to run faster than I ever did before. Which incidentally might be the stupidest thing to do when you see a tiger because it’s triggers their killer instinct. But luckily enough it was a trick by another guide who was very good at doing a tiger impression. I could breath again after what was about 1 minute of excitement.

My second day in Chitwan was the worst day. I went to bath elephants and to go to an elephant training centre. Sounds good I hear you think? Well that’s what I thought, until I saw how the animals were treated. While the elephant was washing tourists sat on it’s back and the owner was constantly pulling it’s ear, beating it with a stick and yelling at the elephant. This made me uncomfortable so after standing besides the elephant for a moment or two I quickly left. I decide to stay in the park another day. With the same two guides I planned a whole day of walking safari through the park. My secret hope was to spot a tiger or a bear, hopefully from a safe distance though. We hadn’t started our walk or we heard a bear was spotted right there not 5 minutes ago. Unfortunately we didn’t it after that. We did run into animal tracks all day long. Tiger prints, bear pawprints elephant poo and the like. We even saw a baby boar which apparently was killed by a tiger. This continuously gives you the feeling that you might run into one of the magnificent animals. I don’t think that there are many parks around the world where this is more likely to happen. The most exciting part of the day was meeting a rhino which appeared quite suddenly out of the tall grass about 25 meters from us. There were no trees to climb so we could only hope that it didn’t see us as a threat. After a minute or so the rhino seemed to reach this conclusion and disappeared as suddenly as it had come. Satisfied with another great day I could get ready for Pokhara the gateway to the Himalaya mountains



.

The Dalhbat pilgrimage:

First I had to decide which trek to take into the mountains and after my recent hiking experience in Vietnam I decided it would be a good idea to start a little less ambitious than  climbing Mt. Everest. Instead the Poonhill trek seemed the ideal candidate. This is described by the locals as easy, with great panoramic views of the surrounding mountains and lasts 5 days which leaves enough time for me to get back to Kathmandu for my Vipassana meditation course. At first it was going to be just me and a guide I paid, but at the start of the trek I met two English girls going in the same direction for almost all of my trek so we joined up, together with their guide and their heroic porter carrying their stuff. Once we started I found out that ‘easy’ is a relative term here in Nepal since nobody thinks it weird if you do a 25 day hikes with mountain passes at 5000 meters. So quite literally the bar is set high here. The start of the trek was easy at first but after a couple of hours the next 2 ½ days were up, up, up, a little bit down and then up again. There were hardly any flat bits and the days usually ended with a climb as well. The first day even ended with a stairs of about 3000 steps up. After we also walked through green valleys and terraced rice fields the second day we got up impossibly early the third day to reach the top of Poonhill, which at 3200 meters was also the highest point of the journey. During the climb I was constantly out of breath, but it was the panoramic views of the surrounding snowcapped mountains standing over 7000 meters tall that were really breath-taking. This was worth all the hardship! Afterwards we went back down to have breakfast at the lodge with a spectacular breakfast view, only now realizing how much the mist had clouded of the view tha day before.

After breakfast we prepared for another climb to 3200 meters to continue our way. Although this is difficult it is all physically doable, but it’s mostly mentally that something strange happens. My mind keeps producing thoughts on how hard it it, and hoping that the next step is going to be the last. This is not helpful and only makes it harder. I found this remarkable mostly because I have been reading a lot of books that describe exactly this phenomenon where you mind is basically out of control and far exceeds its functionality but it it’s impossible to silence or stop it. Exactly my experience at this moment. An important part of the meditation course I’m doing is learning how to quiet the mind so that it can once again be used as the tool which it was meant to be instead of it running out of control. I’m very curious to see if and how the course I’m doing will affect this.

The last 2 ½ days were fairly easy as it was mostly going back down again. Also we didn’t have to put in many hours of walking during the entire trip at only 4 or 5 hours each day. Besides a book I didn’t bring any entertainment so at night we entertained ourselves by organizing quiz nights with weird and wonderful facts (which my head is filled with) and discussing whether or not the song ‘In the jungle, the mighty jungle’  is actually in the lion king. Unanimously we decided that Dal Bhat is THE best meal to get here and so we decided to name our journey the Dhal bat pilgrimage. And although during the first half of the trip I kept thinking how 5 days is more than enough for me hiking through the mountains, after 5 days I have to conclude that I have fallen in love with this area and am cherishing a desire to return here sometime. Both the mountain peaks and the company make to past few days to one of the highlights of my trip. The next day I faced my modest fear of heights by going paragliding for 30 minutes to get some more views of the jagged mountain peaks. So far Nepal is living up to my expectations that I described at the start of this blog and that while I have only seen a glimpse of that it has to offer. Now on to my meditation course.

Thank you for reading!



  • 29 April 2019 - 04:26

    Hanneke:

    Ik geloof dat ik hier iets lees over een toekomstige bestemming voor mij :)
    Ik kan niet wachten op de foto's.
    Leuk om te lezen Teun!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

teun

Actief sinds 30 Sept. 2008
Verslag gelezen: 449
Totaal aantal bezoekers 60888

Voorgaande reizen:

21 November 2018 - 28 Mei 2019

Azië / Asia

01 April 2017 - 08 April 2017

Learning experience: Now we're talking.

21 Oktober 2013 - 20 April 2014

el cono sur

21 Januari 2012 - 28 Januari 2012

Amerika!

21 Oktober 2008 - 21 Juli 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: